Vrijdag 10 augustus: Naar de overkant - Reisverslag uit Ottawa, Canada van voorintholt - WaarBenJij.nu Vrijdag 10 augustus: Naar de overkant - Reisverslag uit Ottawa, Canada van voorintholt - WaarBenJij.nu

Vrijdag 10 augustus: Naar de overkant

Door: Richard

Blijf op de hoogte en volg

15 Augustus 2007 | Canada, Ottawa

We zijn twee weken onderweg, halverwege onze vakantie en op ruim één derde van onze camperreis. Voor het vervolg van onze reis moeten we de st Lawrencerivier oversteken. Dat hadden we al gepland en uiteindelijk moest dat in st. Simeon gebeuren. Reserveren is niet mogelijk, het is zaak op tijd te komen: First-come-first-serve. Voor ons kwam de overtocht van 12 uur het beste uit en we wilden daarvoor om 10 uur in st. Simeon zijn. Dus moesten we vanmorgen op tijd op en de boel bij elkaar pakken. Dat ging prima; voor negenen reden we weg en sloten we aan voor de oversteek met het pontje bij Tadoussac. Op de pont keken we nog uit naar beluga’s. Die verwachtten we niet, maar wonder boven wonder zagen we ze toch, een mooi afscheid van Tadoussac.

De rest van de reis (zo’n 40 kilometer) naar st. Simeon verliepen ook voorspoedig, dus al tegen kwart voor tien zetten we de camper op de parkeerplaats voor de ferry. We waren niet de eerste, maar zoals we later merkten, zeker niet de laatste. We liepen naar het kantoortje, waar we een vriendelijke meneer troffen die met ons meeliep, de camper opmat (9 meter) en ons een boarding pas gaf. We konden de camper laten staan. Als we om kwart over elf terug zouden zijn, was dat vroeg genoeg om aan boord te gaan. Afrekenen kwam wel op de boot.

We liepen even terug st. Simeon in om wat brood en fruit te halen, geld te pinnen en ergens koffie te drinken. Tegen elven waren we terug. Ondertussen waren er lange rijen auto’s, vrachtwagens en campers ontstaan. Het leek ons dat dat niet allemaal op de boot kon passen. De wachtende passagiers werden vermaakt door een muzikale clown (straatartiest) en wij gingen even bij het water kijken. Ruim na half twaalf kwam de boot aan en liepen wij weer naar de camper. Toen de boot leeg was, mochten wij als één van de eerste wagens aan boord. Vakkundig werden we in de boot gemetseld, gelukkig wij waren aan boord. Vanaf het bovendek sloegen we het laden van de boot gade. De laatste auto met aanhanger paste precies, er waren slechts centimeters over. Toch bleven er nog genoeg voortuigen op de kade staan.

Nadat we vertrokken waren, keken we vanaf het bovendek nog uit naar walvissen, je wist maar nooit. En zo waar, daar waren onze vrienden de beluga’s weer! We zagen er nog aardig wat. Na een tijdje gingen we even benedendeks kijken, met de bedoeling een foto van de camper te maken. Daar zag ik dat er aan boord gratis WiFi Internet toegang was. Snel de laptop gehaald en wat verhalen bijgewerkt. De overtocht vloog zo voorbij. In Rivière-du-Loup mochten wij uiteraard als één van de eersten weer van boord en we volgden de 132 naar het noorden (oosten). De bedoeling was een camping in de buurt van Rimouski te vinden. Daar ging echter iets mis. Volgens de aanwijzingen moesten we de 232 Est volgen. Maar bij de afrit werden we tot onze verrassing naar het centrum gestuurd. In het centrum zette ik de camper maar eens neer bij de information touristique. Een telefoontje naar de camping hielp niets. De man aan de andere kant sprak alleen onverstaanbaar Frans en gaf me een telefoonnummer dat niet bleek te werken. Bij de information touristique was het heel druk, maar daar wsiten ze me wel te vertellen dat de camping de andere kant op was.

We hadden geen zin om terug te gaan. Er zou in Rimouski nog een camping zijn. Daarvoor reden we de plaats uit in zuidelijke richting. Net toen we dachten dat we hem gemist hadden, vonden we een kleine camping pal naast de 132. Er waren nog een paar plaatsen direct langs de highway. Daarvoor bedankten we, we zochten wel verder in noordelijke richting. In onze gids stonden nog een paar campings genoemd, waarvan Capitain Homard er op papier goed uitzag. Die lag echter ook weer pal langs de 132 (“in de berm”), direct tegen het visrestaurant van dezelfde naam. Nog maar even verder dus. Zo kwam Matane nog aardig in zicht.

Uiteindelijk streken we neer op camping Annie bij Metis-sur-mer. Het werd een “no-service” plaatsje, dus zonder water-, stroom- en afvalwateraansluiting op een nieuw stukje van de camping. Een mooi plaatsje, waar we weer eens een kampvuurtje maakten. Ons hout (uit Algonquin) is in de camper toch wat vochtig geworden want het brand niet best. Daarom sprokkelden we takjes van de camping en vonden zo ook nog een klein slangetje. Thuis maar eens op zoeken wat voor één dat is. De aardappelen die we poften smaakten prima bij de pepersteak en na de marshmallows doken we ons bedje weer in. We hebben ondertussen het programma voor de komende dagen aangepast aan wat we haalbaar vinden. Gaspé gaan we een een beetje afsnijden.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Canada, Ottawa

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 137
Totaal aantal bezoekers 21367

Voorgaande reizen:

17 Juli 2017 - 05 Augustus 2017

Canada 2017

27 Juli 2007 - 24 Augustus 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: